Activiteiten

Verschieting voor de titel van 'wildvorst'.
Verschieting voor de titel van ‘wildvorst’.

In een levend en levendig gilde ontstaan steeds nieuwe gebruiken, waarvan sommige wellicht ooit tot traditie zullen uitgroeien. Bij het Sint-Sebastiaansgilde strijden de handboogschutters elke dinsdag (voorheen: maandag) om de eer. Op lotavonden gaat de strijd om een consumptie, waarmee elk lid van het best presterende lot wordt beloond. Bij verjaardagen worden er vaak enkele flessen wijn of andere prijzen als traktatie ingebracht. Door variatie aan te brengen in de formule die gebruikt wordt om de winnaars aan te wijzen is iedereen kanshebber. Eens per jaar ontvangt de meest constante schutter een wisseljuweel, de door de toenmalige koning Kees Verberk in 1982 in het leven geroepen zilveren ‘Rozentrofee’.
Daarnaast is er een wintercompetitie die zo is ingericht dat sterke en zwakkere schutters een gelijke kans krijgen. De prijzen voor de wintercompetitie worden uitgereikt op de ‘avond voor de gildezusters’ in het voorjaar. De Wildvorstverschieting in de herfst is een hilarische wedstrijd op geheime tekens op verschillende schietschijven, zodat de uitkomst, de winnaars per schietschijf en over het geheel, onvoorspelbaar blijft. Na afloop van de verschieting en na kroning van de Wildvorst wordt de dag afgesloten met een hazenpepermaaltijd.
Bij de achterban is Sint Michielsdag in september erg in trek. Nazaten, familieleden en bekenden van gildebroeders en zusters kunnen die zondag zelf de schietkunst beoefenen en hun aanleg ontdekken op de mast of op het doel. De gildebroeders proberen die dag de wisseltrofee ‘Onzen Bas’ te veroveren.

Eenmaal per drie jaar wordt geschoten voor de koningstitel.
Eenmaal per drie jaar wordt geschoten voor de koningstitel.

Een bijzondere activiteit is het schieten om de koningstitel. Door de drie Tilburgse gilden wordt beurtelings, dus om de drie jaren, op de koningsvogel geschoten. Het gilde wordt de hele dag door de anderen begeleid. De dag begint met een plechtige mis, traditioneel in de kerk van ’t Heike. Men loot om de volgorde bij het schieten en de drie hoofdlieden van de Tilburgse gilden plaatsen de houten vogel op de schutsboom. Een oud gebruik is het verjagen van de kwade geesten door driemaal om de schutsboom te trekken. Voorafgaand aan het koningschieten wordt de schutsboom ‘gevrijd’ (vrijgegeven) door de burgemeester en de deken van Tilburg. Hun drie schoten hebben meer dan ceremoniĆ«le betekenis. Vanouds werden die gelost door de schout of drossaard als vertegenwoordiger van de Heer van Tilburg. Hij beproefde de degelijkheid en veiligheid waarna volgens oud privilege van de hertogen van Brabant de gildebroeders niet meer aansprakelijk zijn voor ongelukken door bijvoorbeeld terug ketsende projectielen. De broeders schieten uiteraard met de handboog maar voor deze gelegenheid met stompe pijlen. Die geven bij het raken de vogel telkens een duwtje omhoog langs de staak waarop hij met een spie is vastgezet. Degene die de koningsvogel naar beneden haalt, maar zich de nieuwe koning van het gilde noemen.

Naast het driejaarlijkse koningschieten is de belangrijkste feestdag de jaarlijkse statiedag. Deze vindt voor ons gilde plaats op de zondag na 20 januari, de feestdag van de patroonheilige Sint Sebastiaan. Zo’n feestdag heet in de liturgie ‘statie’. Het gilde verschijnt dan met veel staatsie: in groot ornaat en met vaandels en trom. De viering van deze statiedag, een van de vroegere teerdagen, kent voor het Tilburgse Sint-Sebastiaansgilde nu drie invalhoeken: Meditatie, Confrontatie en Jubilatie. De eerste heeft de vorm van een zelfverzorgde kerkdienst waarin de overleden gildebroeders worden herdacht. In de Confrontatie laten een of meer gildebroeders de anderen iets van hun beroep of belangstelling zien. Traditioneel wordt de dag afgesloten met een feestelijke maaltijd.